We begrijpen nog steeds weinig van relaties. Ja, er is veel kennis, er zijn duizenden boeken over geschreven, er is oneindig veel onderzoek naar gedaan, maar als we kijken naar onze eigen relaties en naar de maatschappij, naar hoe mensen met elkaar omgaan, dan hebben we nog veel te leren. Ik denk dat het onderwerp relaties, ondanks alle kennis die er beschikbaar is, een voortdurende leerschool is voor ons allemaal.
Het klinkt wellicht wat simplistisch om de vraag te stellen wat een relatie is, maar in onze maatschappij, op scholen noch op universiteiten wordt onderwijs gegeven over de aard van het leven en relaties. Tenzij je er actief naar op zoek gaat. De reden daarvan is dat we er van uit gaan dat het iets natuurlijks is wat we als mensen vanzelf wel leren. Alsof we het kunnen omdat we een mens zijn. Tot we er later zelf achter komen dat het niet vanzelfsprekend is en dat het veld van relaties een oneindige leerschool is. Tenminste, dat is wat er in mijn leven gebeurde. Ik ontdekte wat ik allemaal niet wist.
Mijn zoektocht leidde naar het begrijpen van relaties in de kern zijn, zodat ik het fenomeen van intermenselijke relaties wat beter kon begrijpen. Iedereen heeft relaties. Het eerste en de meest fundamentele in een mensenleven is de relatie van het kind met de ouders, en andersom. Alleen voor de ouders is het kind niet de eerste relatie en voor het kind zijn de ouders dat wel. De eerste relatie in ons leven zet de toon voor alle relaties die we daarna aangaan. Daarom is er zoveel te doen om hechting en om ontwikkelingstrauma. De mate en kwaliteit van de hechting van het kind naar de ouders bepaalt hoe de relaties verderop in het leven, vooral de intieme relaties, zich zullen vormgeven.
Relateren kun je leren, zeggen we, en ik zou eraan willen toevoegen: het liefst zo vroeg mogelijk. Dat begint dus met de ouders. Het bijzondere aan een relatie die voor het leven is, dus die van ouders naar kinderen en andersom, en die van levenspartners cq huwelijken, is dat je elkaars toeschouwers kunt zijn. Ik ontdekte dat het elkaar aanschouwen een veel belangrijker element is dan we vaak denken. Een relatie is pas een relatie als twee of meerdere mensen elkaar (kunnen) zien. De vervolg vraag is: wat betekent het om gezien te worden en om te zien? Er is een aanschouwer en een aanschouwde. Die twee rollen zijn belangrijk in een relatie. In eerste instantie wordt een kind vooral waargenomen door de ouder. Het kind kijkt nog niet bewust terug naar de moeder met de wetenschap dat het gezien wordt in de context van de relatie. Die is er gewoon. En deze wordt ook geaccepteerd zoals hij is, want er is geen vergelijking. In een gezonde situatie is er in een relatie een gevoel van zien en gezien worden en van genegenheid. Het heeft niets te maken met verwachtingen. Dat zijn voorwaarden die we later bedacht hebben, die vaak voortkomen uit een niet gezien stuk in onszelf.
Een kind VOELT. Het voelt of het grosso modo, in de kern, gezien wordt om wie het is. Wanneer de ouder echt oog (aandacht) heeft voor het kind, dan voelt het kind een paar dingen. Het voelt zich niet alleen. Het voelt zich gesteund. Het voelt zich gedragen en geliefd. Het voelt vertrouwen. Dat zijn allemaal gevoelens of sensaties. Dat is geen bewust rationeel of mentaal proces. Als deze er niet zijn dan zijn er automatisch andere gevoelens. Dan voelt het kind zich bv (onbewust) alleen, niet gedragen, niet gesteund enz. (Jonge) kinderen kunnen daar niet over praten. Dat betekent dat het kind in de onderstroom een basaal gevoel van onveiligheid en angst ontwikkelt omdat er iets wezenlijks afwezig is. Deze gevoelens worden overgedragen naar het volwassen leven en worden vaak herhaald in volwassen intieme relaties.
Een relatie gaat over zien en gezien worden door een ander. Het woordje zien zou je ook kunnen vervangen door begrijpen, maar begrijpen kan pas als je iets (door)ziet. Dus zien komt eerst. Dat is een fundamentele behoefte van ieder mens, ongeacht je leeftijd. Zien en gezien worden, niet naar de buitenkant, maar om wie je in de kern bent. Het is dus een interactie. Het engelse woord witness dekt de lading beter. Een witness is een getuige. Een getuige heeft altijd iets gezien. Als er in de Bijbel staat dat de discipelen van Jezus getuige waren van het wonder, dan betekent het dat ze het wonder hebben gezien. Ze hebben het zintuigelijk waargenomen.
De kernvraag waar het voor ons om gaat is waar wij getuige van zijn in het kader van onze relaties? Zijn we goed in kijken? Zien we de ander? Zien we wat er gebeurt in onze relaties en ook in onszelf? Ben je een getuige van de mensen om je heen met wie je zegt een relatie te hebben? Je kunt bij elkaar op de taart komen en elkaar toch niet zien. Er wordt gepraat over koetjes en kalfjes, over anderen, maar niet met elkaar, over elkaar. Over het ‘ons’. En over de aard van het ‘ons’. Wat betekent het voor ons om echt gezien te worden? En wat betekent het om een ander te zien? Dat zijn vragen voor zelfonderzoek die onze relaties kunnen verbeteren. Iedereen heeft daarop wellicht een ander antwoord. Ik moest zelf echt opnieuw leren kijken. Het was alsof mijn ogen niet echt open waren. Ik zag door een filter. Helaas is er zoveel afleiding, van de Netflixen, de socials, nieuws en entertainment, dat we meer naar ons scherm kijken dan naar elkaar of onszelf en wat er zich in ons leven afspeelt.
Relaties, echte relaties, vragen tijd en aandacht. Het is geen raketwetenschap, maar het vraagt wel investeren, (zelf) onderzoek, communicatie, onderhoud, en reflectie. Omdat ieder mens door allerlei grote en kleine veranderingen gaat in zijn leven. Het bestuderen van de aard van mijn relaties heeft mij meer opgeleverd, dan iets te willen fixen wat ik als een probleem beschouwde. We moeten eerst leren kijken naar wat er eigenlijk gebeurt in het contact en in onszelf. Dan word je een leerling van wat er zich in je eigen leven voordoet. Het leven zelf wordt dan je leerschool.
De meeste volwassenen zien zichzelf niet meer als een leerling. Die fase hebben ze achter zich gelaten. Maar wanneer we onszelf weer als een leerling gaan zien, en het leven als onze leerschool, dan kan onze houding ten opzichte van onszelf, het leven en de ander veranderen. Dan worden we opener en ontvankelijker. De eigenschap van een leerling is dat hij ontvankelijk is en zichzelf opent zodat hij kan blijven groeien en ontwikkelen. Door onszelf en onze relaties te bestuderen en te observeren kunnen we de kwaliteiten van een leerling ontwikkelen, wat de weg van groei is. Wanneer we actieve waarnemers worden, dan vergroten we onze kansen op succes. Dan vergroten we onze kansen om met nieuwe ogen te zien waardoor ook onze relaties zich kunnen vernieuwen en verdiepen.
Vragen voor zelfreflectie:
Als je kijkt naar jezelf in je relaties, zijn er dan dingen die je niet (goed) ziet? Heb je behoefte om beter en meer te zien? Dat gaat ook over begrijpen. Zie je de ander? Ziet de ander jou? Zie je jezelf? Zoveel aspecten die ons aanzetten tot zelfonderzoek en die daardoor de ingang kunnen zijn naar de groei en wellicht ook de verandering en ontwikkeling en antwoorden die je zoekt.
David Pieters